Hij is het meest bekend van de documentaire die hij over zijn eigen ouders maakte: Wei. Maar documentairemaker Ruud Lenssen heeft nog veel meer films gemaakt die je raken. Zijn films gaan vaak over grote maatschappelijke thema’s: van integratie tot dementie. Van vriendschap tot beperkingen. Toch zijn de films die hij maakt vaak helemaal niet zo groots, maar juist heel dichtbij. En dan vooral dichtbij de mensen van wie hij het verhaal wil vertellen. Ik zoek Ruud op in zijn studio aan huis. Daar praten we over wat het vak documentairemaker precies inhoudt en hoe hij komt bij de onderwerpen en de mensen voor zijn documentaires. 

Liever luisteren dan lezen?

Dit interview is ook opgenomen als podcast. Zoek ‘Werken aan je Geluk’ op in jouw podcast app of luister hieronder het hele interview met Ruud. 

Hieronder lees je een deel van het interview uitgeschreven terug. 

Een film monteren is een soort puzzel

In zijn studio aan huis monteert Ruud zijn films

“Het is eigenlijk gewoon puzzelen, zo’n film monteren. Dat vind ik het mooiste aan een documentaire maken: die puzzel in de montage.”

Bij een speelfilm ligt er een script en dat wordt in de meeste gevallen tot in de details gevolgd. Maar bij een documentaire werkt dat anders. 

“Voor een documentaire maak je eigenlijk drie films: je schrijft er eentje op papier om financiering te vinden. Dan neem je er eentje op. En daarna monteer je ook nog een film. Dat zijn drie verschillende films. Bij een documentaire gebeurt er vaak heel veel wat je niet bedacht had of gescript had. Maar op papier moet je wel iets bedenken om de fondsen te werven, maar dat staat soms best ver af van de uiteindelijke film.”

Tijdens de opnames denkt Ruud soms al zeker te weten welke beelden hij gaat gebruiken.

“En dan haalt het de film toch niet. Omdat het niet past bij het verhaal of omdat het afleidt.”

De montage is voor Ruud het belangrijkste onderdeel van zijn vak. 

“In de montage wordt de film gemaakt. Je kunt bij een documentaire zoveel doen in de montage. Je kunt de chronologie veranderen, de focus bepalen. Er zijn zoveel afwegingen en dat is zo complex. Daarom noem ik het een puzzel.”

Het ontstaan van een documentaire

“Het begint met een idee. Ik heb een heel blik vol met ideetjes. Ik begin vaak met een thema. Bijvoorbeeld het thema eenzaamheid. Daar wil ik al heel lang iets mee doen. Maar hoe maak je over het thema eenzaamheid een film die wel leuk, mooi en emotioneel kan zijn? Want het moet niet saai worden.”

Als Ruud eenmaal een onderwerp heeft, dan gaat hij de mensen erbij zoeken. 

“Want mijn films gaan altijd over mensen. En als je die hoofdpersoon dan vindt, dan heb je nog geen verhaal. Er moet wel wat gebeuren. Dus daar zit heel veel onderzoek in: mensen leren kennen, kranten lezen.”

Voordat het idee zich gaat vormen tot een echt filmidee, heeft Ruud dus al heel veel onderzoek gedaan. 

“En dan ga je schrijven. En als je een soort van dossier geschreven hebt, dan pas kun je financiering gaan aanvragen.”

Er zit dus al heel veel werk in een documentaire voordat Ruud er überhaupt geld aan verdient. Dat is best wel een gok die hij bij elk filmidee opnieuw maakt. 

Het filmplan

Na al dat onderzoek kan Ruud aan de slag met het filmplan.

“Daarin beschrijf je het karakter van je hoofdpersoon. Wat is dat voor iemand? Wat zijn zijn obstakels? En je beschrijft ook het verhaal: wat gaan we zien in deze film? Je probeert het in algemene zin te beschrijven, maar ik schrijf ook weleens voorbeeld scènes uit. Dan verzin ik eigenlijk de situaties die misschien helemaal niet gebeuren.”

Op die manier kan Ruud als regisseur laten zien hoe hij omgaat met die situaties. 

“Maar ik beschrijf in het filmplan ook de maatschappelijke relevantie en de thematiek die in de film zit. De grotere thema’s zoals eenzaamheid of de vergankelijkheid van het leven of liefde. Een documentaire wordt vaak gemaakt met gemeenschapsgeld van een fonds. Dan moet het ook wel iets bijdragen aan de publieke opinie of iets openbaren wat we nog niet wisten.”

Onderwerpen kiezen 

Over dit soort grote thema’s valt genoeg te vertellen. Hoe kiest Ruud dan de onderwerpen voor zijn films?

“Als ik terugkijk naar de documentaires die ik al gemaakt hebt, dan zijn de bovenliggende thema’s integratie, vooroordelen en omgaan met beperkingen. Die thema’s interesseren mij gewoon. Dat komt denk ik ook door wie ik ben en waar ik vandaan kom. Hier in Noord-Limburg spelen die thema’s heel erg. Ik ben geraakt door die onderwerpen. Ik ben na het studeren in Tilburg, Rotterdam en België, weer teruggekomen. Juist ook omdat ik voelde dat hier de authentieke verhalen zitten. En ik heb hier mijn netwerk en dat heb ik nodig om die verhalen tegen te komen. Veel films spelen zich hier af of hebben te maken met deze regio en de sentimenten die hier spelen. Ik ben afhankelijk van mijn netwerk om die mensen te leren kennen en de verhalen te leren kennen. Het lijkt mij zo eng om in Amsterdam te gaan wonen waar ik nauwelijks iemand ken. Het zou wel goed zijn voor mijn professionele netwerk, maar het belangrijkste is dat ik verhalen moet tegenkomen. En dat lijkt me moeilijk daar waar je niet je wortels hebt.” 

De mensen in zijn films

Van een idee naar een onderwerp naar een eerste filmplan. En dan heeft Ruud de mensen nodig die de hoofdpersoon in zijn film willen zijn. Hoe komt hij bij die mensen? We nemen zijn film FC Polska als voorbeeld. 

“In deze regio komen heel veel arbeidsmigranten. Die werken hier op het land. Er zijn veel vooroordelen en gezeur enzo. Ik wil dan graag laten zien wie die mensen eigenlijk zijn. Wat is het verhaal erachter?” 

Een idee is niet genoeg. Niet iedereen is even geschikt als hoofdpersonage in een documentaire. Voor deze film heeft hij bijvoorbeeld meerdere jaren gezocht naar mensen die paste bij de film die hij wilde maken. 

“Je kan wel zomaar een willekeurige Pool vragen of ik hem mag filmen, maar dat is nog niet meteen een goed verhaal.”

Per toeval hoorde hij toen over een Pools voetbalteam. 

“Dat was voor mij de perfecte rode draad.”

Hij vond in dat voetbalteam twee mensen die hij kon volgen met zijn camera. En hij vond het verhaal dat hij wilde filmen. Zo gebeurt het vaker met documentaires dat meerdere zaken bij elkaar komen rondom een hoofdpersonage. 

Vreemde mensen volgen

De films van Ruud zijn vaak heel persoonlijk. Je krijgt echt een kijkje in het leven van zijn hoofdpersonen. Ook in de film Thuisland. Daarin volgt hij een Syrisch gezin dat net een verblijfsvergunning heeft en een huurhuis toegewezen heeft gekregen. 

“Het gezin woonde net een paar weken in Nederland. Ze hadden 4 jaar in een tentenkamp in Turkije gewacht. Op uitnodiging van de VN zijn ze uiteindelijk naar Nederland gekomen. Ze waren net hier en toen stond ik al voor de deur met een tolk. Dan probeer je uit te leggen dat je ze wilt volgen voor een documentaire.”

Voor ons zou dat al een beetje gek zijn, maar die mensen geen eens foto’s van zichzelf. Het was dus best lastig om uit te leggen wat Ruud precies wilde en waarom. En voor die mensen was het moeilijk om te beseffen wat het betekent als een documentairemaker jouw hele gezin voor meerdere maanden gaat volgen. 

“Daar heb ik wel een paar sessies voor nodig gehad om uit te leggen wat ik wilde doen en wat mijn intenties waren. Ik vond het heel moedig dat ze het hebben aangedurfd.”

Uiteindelijk stemde dit gezin toe. Omdat ze zo dankbaar waren dat ze een nieuwe kans kregen in Nederland en ze graag wat terug wilde doen. 

“Ik volgende ze in de eerste maanden van hun start. Dat was super fragiel allemaal, er kwam zoveel op ze af. Ze waren gelukkig wel heel eerlijk tegen mij. Ook als ik er niet bij mocht zijn. Er was een groot vertrouwen tussen dat gezin en mij.”

Hij heeft deze film in zijn eentje gedraaid. Zonder geluidsman of cameraman. Dat zorgde ervoor dat het gezin al snel hun gang ging, omdat ze Ruud vertrouwden dat hij de camera uitzette wanneer ze daarom vroegen. En als de camera wel draaide waren ze meestal zichzelf, omdat er vaak geen tolk bij was. 

“Het leuke is dat je zonder tolk soms veel mooier beeldmateriaal krijgt. Mensen denken dan ‘hij verstaat ons toch niet, dus we kunnen gewoon onszelf zijn.’ En dan worden er soms dingen gezegd die super waardevol zijn voor de documentaire.” 

In zijn thuisstudio hangen meerdere filmposters van de documentaires die Ruud heeft gemaakt. Ook van FC Polska en Thuisland.

Een film over zijn eigen ouders

Een van zijn meest bekeken documentaires is de film Wei. Zorgen voor pap. Een documentaire die Ruud over zijn eigen ouders maakte. 

“Dat was voor mij dé documentaire om te maken.” 

Dit was een documentaire die hij niet gepland had, maar ontstond.

“Mijn vader kreeg de diagnose dementie. Op dat moment dacht ik er nog helemaal niet over om het te gaan filmen. Het was een paar jaar daarna dat ik zag wat de dementie van mijn vader deed met mijn moeder, de mantelzorger. Hoe zij met haar rol worstelde. De liefdesrelatie, 40 jaar huwelijk die op het spel stond. Je ziet mam ook constant balanceren tussen liefde, eenzaamheid en frustratie. Ik moest hem maken, omdat ik het leed zag wat daar binnenskamers afspeelde dat je normaal niet ziet. En als zoon zie je dat wel.” 

Wei is niet de eerste film over dementie en zal ook zeker niet de laatste zijn.

“Maar er zijn maar weinig films die zich afspelen in de laatste jaren van het thuiswonen en de druk op de mantelzorger laat zien. Dus ik moest dat gewoon filmen.”

Normaal begint Ruud met onderzoek en een filmplan, maar dit waren zijn eigen ouders. Dus het ging anders. 

“Ik dacht: ik ga gewoon filmen. Kijken hoe mijn ouders daarop reageren. Maar het feit dat je je ouders zo goed kent. Er is geen schaamte, geen barrière, je hoeft geen band op te bouwen met de hoofdpersoon, want alles is er al. Dus ik wist meteen: dit is goud waard. Omdat het eigenlijk zo pijnlijk is. En zo eerlijk is. En dat is wat je als documentairemaker altijd probeert te doen: je wil de kijker laten vergeten dat hij naar een film kijkt. Je wilt dat hij er echt bij is. En doordat je het als zoon filmt, krijg je dat gevoel dat je erbij bent.”

Nu is het natuurlijk wel anders als Ruud er is als zoon, dan als documentairemaker. Maar Ruud vertelt dat ze die camera al vrij snel niet meer zagen. 

“Mijn ouders hadden op een gegeven moment geen gêne meer. En dat maakt de film denk ik ook zo ontwapenend. Ik denk dat de film daarom ook wel een groot publiek bereikt heeft.”

Een betere zoon door het filmen

Ruud heeft de documentaire gemaakt omdat hij hem moest maken. Hij heeft ook wel momenten gehad dat hij met tranen in zijn ogen achter de camera stond. 

“Maar ik heb ook heel vaak gelachen achter de camera. Het was super moeilijk, maar op momenten dat het moeilijk werd is die camera ook een soort schild. Die camera dwingt ook om bepaalde vragen te stellen en een bepaalde houding aan te nemen. Ik werd eigenlijk een betere zoon door het filmen. Als ik bij pap en mam kwam en ik had geen camera bij, dan had ik ook wel mijn momentjes van frustratie. Mijn vader had behoefte aan rust, kalmte en tijd. En als ik aan het filmen was, dan nam ik wèl de tijd.” 

Keuzes maken uit de beelden

En toen stond alles op camera en was het tijd om te gaan monteren. Hoe heeft hij uit al die beelden uiteindelijk die 70 minuten gekozen die in de documentaire te zien zijn?

“Het gevaar is dat als een onderwerp letterlijk en figuurlijk zo dichtbij staat, je teveel filmt. En dat was natuurlijk ook zo. Ik maak zelf mijn voorselectie, maar voor de editing heb ik er wel een editor bij nodig met een objectieve blik. Zeker als het om je eigen ouders gaat, dan kun je dat niet zelf monteren.”

Ruud heeft de documentaire Wei in zijn eentje gefilmd, maar in totaal hebben zo’n 20 mensen meegewerkt om de film uiteindelijk te maken tot wat hij is. 

“Dat was een klein team. Er komt stiekem nog heel wat bij kijken.”

Puur en eerlijk

Zijn moeder was een van de eerste mensen die de film zag toen die af was. 

“Toen ze de film voor de eerste keer zag, zei ze: ‘De film is heel puur en eerlijk.’ Daar was ik wel heel blij om, want dat was precies wat ik wilde laten zien. Het eerlijke verhaal. En het eerlijke verhaal is af en toe ook heel pijnlijk. Ook voor haarzelf.”

Het is een prachtige film, maar zoals Ruud zegt: ook pijnlijk. 

“Mam vindt het nog steeds moeilijk om de film terug te zien. Het is zo’n heftige tijd geweest. En je ziet het dan gecomprimeerd in 70 minuten film. Dat is best wel apart.”

Ruud heeft met zijn films meerdere prijzen gewonnen. Maar het meest trots is hij toch wel op de Kristallen Film (bovenaan) die hij voor de documentaire Wei kreeg.

De camera vergeten

Ik zou er zelf vrij ongemakkelijk van worden om de hele tijd gevolgd te worden door een camera. En dat is ook precies waar Ruud zijn hoofdpersonen op selecteert.

“Ik denk dat je altijd in je onderbewustzijn wel doorhebt dat je wordt gefilmd. Maar je weet ook niet wat er gebruikt gaat worden. Niemand kan continu op zijn hoede zijn. En als iemand dat wel is, dan is het geen geschikte hoofdpersoon. Daarom steek ik ook heel veel tijd in het leren kennen van mijn hoofdpersoon en die proberen los te weken. Uiteindelijk ga je toch opzoek naar de verhalen en emotie die wat dieper verscholen liggen.” 

Samenwerken met andere zzp’ers

Ruud is als documentairemaker een ondernemer. Als hij een film idee heeft, dan gaat hij de mensen erbij zoeken die hij nodig heeft. 

“Ik ben graag zelf mijn eigen producent als het kan.”

Maar ook dat besteedt hij nog wel eens uit. Dat hangt af van de film. Zelfs het camerawerk laat hij over aan andere mensen als het nodig is. Maar het liefst doet hij het zelf. 

“Ik heb de luxe dat ik het kan. Ik kan regie, geluid en camera in één doen. Als het nodig is zoals bij dat Syrische gezin of bij mijn ouders. Je wilt die vader-zoon band niet op het spel zetten door er een paar vreemden bij te zetten. Maar bijvoorbeeld bij FC Polska, dat waren jonge knapen die dat wel konden hebben. Ik wilde die film iets meer visuele schwung meegegeven. Dus dan huurde ik er een cameraman en een geluidsman bij. Maar je probeert wel altijd met een zo’n klein mogelijke crew te werken. Het zijn echte mensen met echte verhalen. Je wilt toch op zoek naar de emoties. En als je daar dan met 25 man staat zoals op een filmset, dan gaat er natuurlijk niets komen.”

Ruud filmt daarom met zo min mogelijk poespas. Geen extra belichting als het niet nodig is en zo min mogelijk mensen aanwezig tijdens de opnames. 

“Een film moet een hart hebben. Dat ontstaat niet doordat het fantastisch belicht is. Dat zit hem vaak in de ontwapening van de hoofdpersonen, het verhaal en de inhoud. Dat is cruciaal. Dat vind ik zo mooi aan documentaire maken: mijn menszijn is eigenlijk mijn grootste instrument. Ik probeer als mens dichtbij de hoofdpersoon te komen en de juiste vragen te stellen.” 

Impact maken

“Je bent zo goed als je laatste film,” vertelt Ruud.

En hij is van plan om alleen maar goede films te maken. 

“Films die mensen raken. Maar ook het liefst iets nieuws vertellen wat we nog niet weten of op een manier die we nog niet gezien hebben. De droom van mij als documentairemaker is dat je het gesprek aan de koffietafel bepaalt. Je maakt die film om gezien te worden en iets los te maken. Je wil impact maken.”

Hij zit niet stil. Ruud is uiteraard alweer bezig met zijn volgende film.

“Over de beste vrouwelijke skateboardster van Europa. En die woont in Nederland. Skateboarden is een enorme mannenwereld. En hoe zij daar als vrouw haar eigen weg in probeert te vinden, vind ik super mooi.” 

Hij is op dit moment met het filmplan bezig. Dat is spannend, want dat wil nog lang niet zeggen dat de film er ook echt komt. Maar Ruud gaat hoe dan ook een volgende film maken.

3 thoughts on “Documentairemaker

  1. Hallo Ruud, zoals je weet vond en vind ik je documentaire over je ouders prachtig! Ik heb 32 jaar met ouderen gewerkt dus héél herkenbaar. Ik lees nu pas dat jij ook de maker bent van Thuisland. We zijn uiteraard naar de documentaire geweest kijken. Hij was ook prachtig en vooral héél verhelderend. We hebben na afloop nog een discussie gehad die óók verrassend was! Ik ga nu proberen of ik Polska kan gaan zien. Ga voorál door met het maken van deze prachtige documentaires! Ik blijf je volgen…….groetjes Els Cox, Panningen

Comments are closed.