Ooit is Rutger Wilhelm begonnen als controller, maar in die rol kon hij zijn creativiteit niet kwijt. Zijn carrièrepad leidde naar de marketing, maar inmiddels weet hij wat zijn echte passie is: schrijven. Ik ontmoet hem en zijn hondje Benji in één van zijn favoriete koffietentjes. Daar praten we over de weg van de commerciële sector naar werk met betekenis.
De commerciële wereld
Rutger heeft de Hoge Hotelschool gedaan en daarna nog een studie bedrijfskunde. Hij omschrijft zijn vroegere zelf als een ‘typische student’. Na zijn studies kwam hij via een detacheerder bij Heineken terecht.
“Maar het was helemaal niet wat ik verwachtte van zo’n populair en hip bedrijf. Misschien was marketing wel leuk, maar bij bijvoorbeeld finance en productie zaten allemaal 55-plussers voor mijn gevoel toen.”
Hij werkte daar als controller.
“Met cijfers enzo.”
Dat was iets heel anders dan de Hotelschool. Wel iets wat aansloot bij zijn studie bedrijfskunde, maar toen voelde Rutger al dat het bedrijfsleven niet helemaal zijn plek was.
“Diep van binnen voelde ik me meer een creatieveling. Ik ging met steeds meer lood in mijn schoenen naar mijn werk. Iedere dag werd het gevoel erger en vroeg ik me af wat ik daar deed.”
Toch ging hij door en werkte hij bij meerdere van dit soort grote bedrijven.
Van finance naar marketing
Rutger hopte van baan naar baan en van afdeling naar afdeling.
“Vanuit de finance belandde ik in marktonderzoek. Uiteindelijk ben ik via marketing naar communicatie, naar content marketing gegaan. Dat ging voor mij steeds meer de juiste kant op. Maar dat was dus wel echt een zoektocht.”
Hij kwam terecht bij een marketing en communicatiebureau. Daar begon hij zich wat meer op zijn plek te voelen, maar hij wist ook dat hij er nog niet was. Hij was op dat moment dertig en ging voor het eerst écht nadenken over wat hij wilde met zijn leven.
“Na mijn studie ben ik meteen aan het werk gegaan. Ik was jong en wist eigenlijk nog niet wie ik was, wat ik kon of waar ik goed in was. Dus ben ik maar gewoon op goed geluk ergens ingestapt. Toch had ik die periode niet willen missen. Het was een leerzame tijd. Het is ook belangrijk om te ervaren wat je echt niet wilt.”
Stress
Ondanks dat hij het leuker vond bij het marketing- en communicatiebureau waar hij op dat moment werkte, ging het knagende gevoel niet weg. Opnieuw ging hij met steeds meer tegenzin naar zijn werk.
“Tot ik op een gegeven moment op mijn werk kwam en ik mijn computer wilde aanzetten. Dat ging niet. Het is heel simpel; gewoon een knopje indrukken, maar er was een totale blokkade. Ik kon gewoon niet meer.”
Hij werd met een burn-out naar huis gestuurd.
“Het bleek een combinatie te zijn van een burn-out en een bore-out. Je valt dan echt in een gat, maar je bent wel even af van de stress.”
Voor iedereen is stress weer anders, maar voor Rutger is het duidelijk:
“Voor mij was stress als mensen iets van je willen. Druk van buitenaf, waar je op dat moment niet toe in staat bent om dat te leveren. Eigenlijk was het toen een combinatie van niet meer willen en het stotteren.”
Niet stotteren maar broddelen
Het valt mij in eerste instantie niet op. Rutger praat wel snel en lijkt soms een beetje over zijn woorden te struikelen, maar zijn verhaal is net zo goed te volgen als dat van ieder ander. Ik merk wel dat als hij over zijn eerste banen praat, hij meer moeite heeft met de juiste woorden vinden. Over zijn werk nu praat hij veel makkelijker. En dat merkte hij zelf toen ook: hoe meer stress en spanning, hoe meer moeite hij had met de juiste woorden vinden. Zeker bij de baan voor zijn burn/bore-out werd dit steeds duidelijker.
“Het stotteren werd erger. Door spanning ging ik steeds meer stotteren en dan kom je in een vicieuze cirkel terecht. En toen begonnen mensen ook te klagen en dat is best wel vervelend.”
Dit zorgde voor onbegrip aan beide kanten. Collega’s hadden niet het geduld om Rutger de juiste woorden te laten vinden, maar ook hijzelf begreep niet helemaal wat er met hem aan de hand was. Hij had af en toe wel moeite met woorden vinden, maar het label stotteren klopte niet.
“Ik bleek niet te stotteren, maar te broddelen. Dat is ook een spraak-taalstoornis, alleen is die nog heel onbekend. Maar dat ontdekte ik pas toen ik 34 was.”
Zichzelf vinden
“Ik had er op dat moment nooit aan gedacht dat ik kon uitvallen vanwege stress.”
Het was eerst even een shock voor Rutger.
“Maar achteraf gezien heb ik die tijd ook nodig gehad.”
Hij heeft een tijd thuis gezeten, maar stilzitten kan hij niet zo goed. In die periode begon hij met schrijven. Eerst een paar columns waarvan sommige ook in kranten zijn verschenen.
“Dat is hartstikke leuk natuurlijk. Daar krijg je energie van. Maar ik ben ook gaan nadenken voor mezelf. Ik ben gaan opschrijven wanneer ik een flow in mijn leven had. Wanneer ging het nu eigenlijk goed? Ik kon wel een aantal periodes aanwijzen. En dan ga je analyseren.”
Deze zoektocht naar zichzelf resulteerde in een aantal ‘energiegevers’. Zaken waar hij energie van krijgt en die hij graag doet.
“Voor mij is dat schrijven, maar ook iets creatiefs bedenken. En dan uitvoeren. Een marketingcampagne bijvoorbeeld. Maar ook presenteren vind ik leuk. Als ik voor een groep sta, ben ik helemaal in mijn element.”
Een boek schrijven
In de tijd dat hij thuis zat is hij begonnen aan zijn boek Te snel voor woorden. Een boek over broddelen. Maar als je een idee in je hoofd hebt, dan heb je dat niet zomaar ook op papier staan.
“In totaal heb ik er drie jaar aan gezeten. Parttime wel hoor. Veel mensen denken ‘oh dan schrijf je even een boek’, maar dat is een behoorlijke klus. Ik dacht ook ‘dat doe ik wel even in een jaartje’, maar achteraf heb ik er dus bijna drie jaar aan gewerkt.”
Tijdens het schrijfproces hield hij de doelgroep van het boek goed in zijn hoofd.
“Ik wilde het verhaal zo simpel en duidelijk mogelijk op schrijven. Dat is volgens mij wel gelukt.”
Zelf uitgeven
Al voor hij ging schrijven, had hij al bedacht dat hij het boek zelf wilde uitgeven.
“Ik had wel gezocht naar uitgevers, maar omdat dit zo’n onbekend onderwerp is, had geen enkele uitgever er ervaring mee. Zelf uitgeven is tegenwoordig ook best wel makkelijk. Daarbij doet een uitgever nooit meer voor de marketing van een boek dan jij.”
Rutger is zelf marketeer, dus de keuze om het zelf uit te geven werd steeds logischer.
“En dan heb je ook alles onder controle. En als je het zelf uitgeeft, houd je ook alle rechten op het boek.”
Dit was voor Rutger belangrijker dan gedacht, want inmiddels wordt het boek vertaald in het Engels en binnenkort ook in andere talen.
Een boek over broddelen
Hij wilde het boek schrijven omdat broddelen onbekend is.
“Het lijkt op stotteren, maar eigenlijk is het totaal iets anders.”
Veel mensen met een spraak-taalstoornis worden bestempeld als stotteraars.
“Maar bij de helft daarvan is sprake van een broddel component. Er zijn dus heel veel mensen die denken dat ze stotteren, maar dat eigenlijk helemaal niet doen. In Nederland praat je dan al over een groep van bijna 100.000 mensen.”
Voor die mensen wilde hij een boek schrijven.
“Omdat ik schrijven leuk vind en het ook wel goed kan, denk ik. Maar de kers op de taart is dat ik een boodschap heb waar mensen wat aan hebben.”
De wereld over om te vertellen over broddelen
Voor hemzelf was het een enorm verschil toen hij erachter kwam wat zijn spraakstoornis precies was. En daarom vertelt hij er nu over op allerlei congressen over de hele wereld.
“In juli vlieg ik naar Amerika om te gaan praten over mijn boek. Maar ik ga ook naar Israël en Zuid-Afrika.”
Hier praat hij op specifieke taal- en spraakcongressen waar voornamelijk therapeuten en logopedisten op af komen. Er ging een wereld voor hem open, maar daar sprong hij niet meteen met beide benen in.
“Ik wilde niet dat mensen mij teveel met deze aandoening gingen associëren, maar op een gegeven moment kom je daar toch een beetje in. Zeker als je er een boek over schrijft. Dan gaat het snel.”
Zijn passie
Op dit moment werkt hij drie dagen als marketeer voor een hogeschool.
“Ik ben van cijfers meer naar het schrijven gegaan en in deze rol ga ik eigenlijk weer een stapje terug. Ik ben meer strategisch marketeer. Iets minder schrijven, maar dan heb ik nog wel die combinatie, dat vind ik ook belangrijk.”
Hij heeft zijn plekje in de marketingwereld inmiddels dus gevonden. Hij geniet van de creatieve kant ervan, bedenkt graag campagnes en experimenteert met verschillende kanalen.
“Door alles wat komt kijken bij het schrijven van een boek, leer ik ook weer nieuwe aspecten van het marketingvak kennen.”
Maar schrijven is wel echt zijn passie. Als hij zichzelf laat dromen, dan zou hij het liefst nog een boek schrijven.
“Die ene roman, dat lijkt me super!”
Maar nu nog niet. Nu vindt hij het nog ontzettend leuk om te vertellen over broddelen. Daarom blijft hij het liefst drie dagen in de week in dienst werken als marketeer.
“Of minder als het kan.”
Zodat hij de andere dagen kan schrijven en de wereld over kan vliegen om te vertellen over broddelen. Die combinatie is voor Rutger ideaal.